Spelregelvragen februari 2023

Wederom 10 spelregelvragen. De antwoorden kunnen gemaild of geappt worden naar Herman en dan krijg je de uitslag en juiste antwoorden terug.

De scores zijn:
10 Ricardo, Aad
9 Herman, Bart
8 Wim
7 Marcello, Michael
6 André, Hans

1. 1) Strafschop: De Sr. geeft dmv een fluitsignaal de bal vrij. Als de schutter zijn aanloop wilt starten, ziet de Sr., dat een aanvaller een naast hem staande tegenstand een trap geeft.

Wat beslist de Sr.?

1. a) De Sr. laat de strafschop nemen en sluit daarna de speler uit.
2. b) De Sr. onderbreekt de uitvoering en sluit de speler uit. Strafschop wordt overgenomen.
3. c) De Sr. onderbreekt de uitvoering en sluit de speler uit. Directe vrije schop voor de verdediger.

• 2) Een aanvaller loopt met de bal alleen in de richting van het doel van de tegenstander. Een verdediger houdt hem net buiten het strafschopgebied vast aan zijn shirt. De aanvaller kan zich los maken en de bal in het doel schieten. De Sr. beslist voordeel, correct?

1. a) Geen voordeel toepassen, directe vrije schop en uitsluiting (rood) van de verdediger.
2. b) Voordeel is mogelijk, doelpunt, daarna alsnog uitsluiting (rood) van de verdediger (DOGSO).
3. c) Voordeel is mogelijk, doelpunt, daarna waarschuwing (geel) voor de verdediger.

• 3) Bij het verdedigen van een voorzet klappen twee spelers van dezelfde vereniging met de hoofden tegen elkaar. De Sr. onderbreekt het spel en staat verzorging toe. Hoe verder?

1. a) Beide spelers moeten na de behandeling het veld verlaten. Alleen na een botsing met een doelman mogen beide spelers op het veld blijven.
2. b) Beide spelers mogen op het veld blijven na de behandeling, omdat zij tot hetzelfde team behoren.

• 4) Een wisselspeler werpt vanuit de coaching-zone een tegenstander, die in het veld aan de bal is, een waterfles heftig tegen het lichaam. De Sr. onderbreekt het spel en sluit de wisselspeler uit middels het tonen van een rode kaart. Hoe wordt het spel voortgezet?

1. a) Sr. bal met het team van de getroffen speler
2. b) Directe vrije schop waar de speler werd geraakt
3. c) Directe vrije schop op de zijlijn zo dicht mogelijk bij plaats waar de wisselspeler stond

• 5) Een speler wisselt kapotte schoenen op het speelveld. Wat onderneemt de Sr.?

1. a) De Sr. hoeft niet in te grijpen en controleert de schoenen bij de eerstvolgende onderbreking.
2. b) De Sr. stuurt de speler van het veld om zijn uitrusting buiten het veld in orde te maken.

• 6) Op het middenveld brengt speler nr. 6 zijn tegenstander met een onbesuisde trap ten val en krijgt daarvoor een waarschuwing. De geraakte speler blijft geblesseerd liggen en moet behandeld worden. Hoe verder?

1. a) De geblesseerde speler moet na behandeling altijd het speelveld verlaten.
2. b) Na een korte behandeling mag de speler op het veld blijven, omdat zijn tegenstander een waarschuwing heeft gekregen.

• 7) Een verdediger schiet in het strafschopgebied met een omhaal de bal weg. De bal raakt daarbij de mee bewegende arm die zich op schouderhoogte bevond

1. a) Strafbaar hands, omdat het lichaam wordt vergroot. Strafschop.
2. b) Geen strafbaar hands, omdat het een natuurlijke beweging betreft. Doorspelen.

• 8) Strafschop: de bal springt van de lat terug richting de nemer. Vlak voordat hij de bal in  het doel kan schieten, wordt hij de door de doelman onvoorzichtig ten val gebracht.

Welke twee antwoorden zijn juist:

1. a) Geen disciplinaire maatregelen
2. b) Uitsluiting van de doelman (DOGSO)
3. c) Indirecte vrije schop voor de verdedigende partij
4. d) Strafschop

• 9) Vrije schop voor de aanvallers bij de halve cirkel van het strafschopgebied. Na het opstellen van de muur met drie verdedigers geeft de scheidsrechter het spel vrij door een fluitsignaal. Voordat de nemer de bal raakt, loopt een aanvaller dichter als één meter naar de verdedigers in de muur. De bal wordt over het doel geschoten. Hoe te handelen?

1. a) De aanvaller krijgt een waarschuwing
2. b) Doeltrap
3. c) Indirecte vrije schop voor de verdedigers
4. d) Vrije trap overnemen

1. 10) Voor de wedstrijd wordt door de Sr. met een muntstuk de toss uitgevoerd. Wat mag de winnaar kiezen?

1. a) Doelkeuze
2. b) Aftrap
3. c) Doelkeuze of aftrap